Hoofdstuk 7
Ik ben in een waas, half bij bewustzijn, half buiten bewustzijn -
Ik hoor een gekreun - was dat zo?
Ik open mijn ogen, fronsend. Waar is de auto? Ik sluit mijn ogen tegen het warme gele licht van de kamer Ik wil wakker worden, maar ik voel de slaap me terugduwen -
Een prik in mijn vinger - ik spring erop en duw de handen weg die mijn arm vasthouden -
" Het is goed," zegt een zachte vrouwenstem. "Alles is nu gedaan..."