Hoofdstuk 16
Ik breng een rusteloze nacht door in mijn nieuwe kamer. Als de klok 7:00 aangeeft, wordt er op mijn deur geklopt en gaat deze open zonder op antwoord te wachten. Ik kijk boos en maak een mentale notitie om op de een of andere manier een slot te krijgen.
“ Ah! Je bent wakker.” Dezelfde vrouw die mij gisteravond heeft aangekleed, komt de kamer binnen. “Je bent al laat, mijn liefste.”
“ Zeven?” vraag ik, terwijl ik weer naar de klok kijk. “Zeven is laat?”
" Het huishouden begint om vijf uur", zegt ze terwijl ze naar me toe komt en het bed begint op te maken terwijl ik er nog in lig.
Als ik in mijn pyjama naar de deur loop, maakt ze een waarschuwend geluidje. Ik kijk haar aan. "Je zult je moeten omkleden, lieverd," zegt ze. "Dit huis kleedt zich voor de maaltijden."