Hoofdstuk 33
De man begint te schreeuwen terwijl Kent achter hem staat en de scherpe rand van het mes tegen de pink van de man drukt. De schreeuw verandert in een gehuil van afschuw, van pijn, terwijl Kent het mes dieper duwt.
Ik sta bevroren op de plek, geschokt. Hoewel ik mezelf voel trillen, kan ik niet bewegen, kan ik niet stoppen met kijken. De man die niet gesneden wordt begint in paniek te schreeuwen, overal op zoek naar een uitweg en dan -
Oh mijn god -