Hoofdstuk 12
Wanneer Kent zijn kantoor binnenloopt, is hij verrast als hij Daniel daar ziet staan. Hij staart uit het raam en ziet een auto wegrijden.
" Wie zit er in die auto?" vraagt Daniel.
Kent loopt naar zijn bureau en gaat op zijn stoel zitten, zijn handen gevouwen. Hij neemt even de tijd om zijn zoon te bestuderen. Daniel is lang, knap, slim; maar hij heeft nog niet de moed die hij nodig heeft om dit gezin te leiden.
" Als je het al weet," zegt Kent zachtjes. "Waarom vertel je me dan niet gewoon wat je denkt?"
“ Prima,” zegt Daniel, en Kent is blij om wat woede in zijn stem te horen. Daniel draait zich om en kijkt Kent in de ogen. “Dat is de familie van mijn vriendin, die wegrijdt in die auto. Wat heb je met ze gedaan?”