Hoofdstuk 30
Maanlicht scheen door het raam, de koude schittering verlichtte de kamer. Madelyn, gekleed in haar nachtjapon, daalde de trap af naar de woonkamer. Zelden geneigd om 's nachts wakker te worden, was ze dorstig wakker geworden en zag ze dat haar waterkan leeg was. Terwijl ze naar beneden liep, nog steeds door de slaap die haar zicht benevelde, draaide ze zich om en snakte naar adem bij het onverwachte gezicht van een donker silhouet op de bank.
"Aah!"
Haar slaperigheid verdween onmiddellijk toen de figuur opstond van de bank en het wandlicht aandeed. De plotselinge helderheid deed haar ogen knijpen en het duurde even voordat ze de man voor haar kon onderscheiden.