Hoofdstuk 28
Jadie wachtte even voordat ze Zach uit de studeerkamer zag komen. Snel liep ze naar hem toe. "Zach, wat is er? Je ziet er overstuur uit. Heeft hij... je lastig gevallen?"
Zach, met een blazer over zijn arm gedrapeerd, was zichtbaar bezorgd. Maar toen hij haar zag, werd zijn uitdrukking iets zachter. "Het is niks. Laten we teruggaan."
Terwijl hij in de auto zat, verstevigde Zach zijn greep op het stuur terwijl hij het gesprek vanuit de studeerkamer opnieuw afspeelde, met een scherpe en vastberaden blik.