Hoofdstuk 27
De gedachten in mijn hoofd namen allerlei wendingen. Uiteindelijk beet ik genadeloos op het puntje van zijn tong. Een bloederige smaak barstte onmiddellijk los en verspreidde zich in mijn mond.
Een sis ontsnapte aan zijn lippen. Er was een korte pauze in zijn beweging en hij keek me enigszins boos aan.
Ik gebruikte deze kans om mezelf te bevrijden. Ik keek hem boos aan en zei met een gezicht dat rood was van woede: "Ben je een hond? Als je loops bent, ga dan naar beneden en zoek Song Meiqian! Ze zou ernaar uit moeten kijken om door jou bereden te worden!"