Hoofdstuk 101
23. Een aanval ZAIA. of Ik ben de Luna Hoofdstuk 101
Ik kijk naar het pistool op het bed en probeer mijn hart in bedwang te houden. Ik pak het pistool en draai me om, terwijl ik het zwaai naar de persoon die op me af komt.
Het is een man. Hij is lang en duidelijk goed gebouwd, draagt een zwarte joggingbroek en een hoodie. Het is alles wat ik zie terwijl een lage grom uit hem ontsnapt en hij me met immense kracht terugduwt.
Blind haal ik de trekker over van het pistool. Het geluid is luid als de kogel het plafond raakt. De man ligt snel boven op me, zijn knie op mijn buik terwijl hij me op het bed gooit, mijn haar vastgrijpend en me in mijn gezicht slaand.
Ik schop blindelings naar voren, probeer op te staan, maar de man slaat me. Ik proef bloed in mijn mond terwijl ik worstel om mezelf los te maken en van het bed af te rollen, waarbij ik op de vloerbedekking val.