Hoofdstuk 35
Hoofdstuk 35
Een diner
ZAIA. "Ik hou van deze plek," zegt Atticus terwijl hij achterover leunt terwijl de serveerster wegloopt nadat ze onze bestellingen heeft opgenomen. We zitten in een schemerig, prachtig restaurant dat een verscheidenheid aan gerechten serveert; de banken zijn bekleed met weelderig groen fluweel en het houtwerk is helemaal van diep mahoniehout.
Boven elke tafel hangen kroonluchters en we lopen allebei naar achteren, naar een van de semi-permanente zitjes die aan drie kanten overdekt zijn.
Ik knik, kijk om me heen voordat ik achterover leun tegen de weelderige stoelen. "We komen hier wel vaker," zeg ik, terwijl ik de band van mijn donkerblauwe jurk rechttrek.