Hoofdstuk 32
Hoofdstuk 32
Een motelkamer
ZAIA. “Oké, hou je hoofd laag. Er zijn geen camera’s, maar toch. Ik ga om een kamer vragen.” We hadden eindelijk een smerig motel gevonden na een tijdje rondgereden te hebben, maar het was beter dan niets. Als het niet was voor Sebastians scherpe richtingsgevoel, waren we nog steeds buiten in de storm geweest.