Hoofdstuk 38
Er ging een lampje branden en ik knipperde verbaasd met mijn ogen.
Ik was in een grote kamer. Het decor was vreemd.
Het enige meubilair in de kamer leek een groot bed te zijn met een glimmend, felrood laken en een bedpaal waaraan aan beide uiteinden glimmende handboeien hingen. Strategisch geplaatste spiegels weerkaatsten het zwakke licht van de lampen, wat een vreemd effect creëerde. Het was alsof je in een kerker zat.
Er stond een vreemd houten frame tegen een van de muren en aan een kant stond een houten paard, bekleed met donkerrood fluweel.
En aan de ene kant...was dat een grote peddel???