Hoofdstuk 30
Het was alsof de tijd daarna versnelde. Ik herinner me dat ik vaag afscheid nam van de vriendelijke nonnen die mij hadden opgenomen toen ik gebroken en verlaten was. Ik knielde voor de Moeder Overste en zij legde zachtjes haar handen op mijn hoofd in een traditioneel gebaar van zegeningen en vroeg, na een korte stilte,
"Is dit wat je wilt, kind?"
Ik was erg gesteld geraakt op de oude vrouw die het klooster als een tierelier leidde, maar die tegelijkertijd ook meelevend en intelligent was.