Hoofdstuk 26
De detective keek de man die tegenover hem aan tafel zat met enige schroom aan. Hij had alles gehoord over Lucien Delano, een meedogenloze zakenmagnaat en miljardair voor de wereld, maffiabaas en moordenaar ook, zoals hij in de onderwereld bekendstond. Een bekende rokkenjager, die hem nu vroeg een vrouw te vinden die het had gewaagd hem in de steek te laten.
De detective had medelijden met elke misleide vrouw die dom genoeg zou zijn om de degens te kruisen met de gevaarlijke man voor hem. Hij voorspelde in stilte somber dat ze in een lijkzak zou belanden of met een doorgesneden keel, zijn schouders zakten terwijl hij zich ineenkromp voor de koude blik van de man voor hem.
Lucien gooide een foto over de tafel: Dat is een foto van haar, zei hij met een schorre stem.