Hoofdstuk 16
Samen zijn met Lucien was een intense ervaring. Hij kwam 's nachts naar me toe, met de geur van drank en dure eau de cologne van mannelijkheid en muskus. Hij trok me in zijn armen, soms schopte hij de voordeur dicht in zijn ongeduld om me mee te nemen, we gaven ons over aan een razernij van gepassioneerde paring alsof we elkaar jaren niet hadden gezien. Het ging door tot in de vroege uurtjes van de ochtend, toen hij vertrok en een kus op mijn uitgeputte gezicht liet vallen. Pijnlijk en gevoelig werd ik de volgende ochtend wakker, mezelf wijsmakend dat dit liefde was. Ik zou naar de universiteit gaan, tenzij hij een bericht achterliet waarin hij me vroeg om thuis te blijven en op hem te wachten.
Ja, hij bepaalde mijn leven, maar ik heb nooit de behoefte gevoeld om te protesteren. Ik hield zielsveel van hem, met heel mijn hart.
Ik had geen moment gedacht dat het niet wederzijds was.