Hoofdstuk 28
*VALEN*
Ik keek toe hoe mijn maatje mijn kantoor uitliep en het vergde veel zelfbeheersing om mijn beest ervan te weerhouden haar aan mijn zijde te houden. Met elke dag die voorbijging, maakte ik me steeds minder zorgen over haar gedrag in het verleden.
Ze leek te onschuldig om me te hebben geprobeerd te vergiftigen of te verraden. De persoon die ze leek te zijn, was niet dezelfde persoon als ik haar kende en ik bleef mezelf eraan herinneren dat ze meer was dan ik op het eerste gezicht kon zien.