Hoofdstuk 22
Als je op het randje van de dood balanceerde, deed niets er meer toe.
Ik zei met een glimlach: "Ja, ik zal je vergeven."
"Wat is er met je gebeurd, Renee?"
"Wat?" Ik fronste.
"Er lijkt iets mis met je te zijn."
Als je op het randje van de dood balanceerde, deed niets er meer toe.
Ik zei met een glimlach: "Ja, ik zal je vergeven."
"Wat is er met je gebeurd, Renee?"
"Wat?" Ik fronste.
"Er lijkt iets mis met je te zijn."