Hoofdstuk 62
HUGH. Ik kijk haar aan. Mijn hoofd barst van het onophoudelijke bonzen. Ik heb veel te veel gedronken, maar zelfs toen was het niet genoeg om het lijden in mijn geest te verdrinken.
De onrust van het verleden en het heden vermengen zich tot een borrelende stoofpot die op het punt staat te exploderen. Wat heb ik precies gedaan voor de wereld en de Godin als ze daarboven is om keer op keer tegen me te werken? "Papa..."
Ze haalt me uit mijn gedachtegang en ik haal langzaam adem terwijl ik naar haar kijk. Ze lijkt totaal niet op haar moeder. Ik ben echt trots op haar.