Hoofdstuk 197
Mijn hart bonkt in mijn keel en de telefoon glijdt bijna uit mijn handen terwijl zijn woorden in mijn hoofd nagalmen.
Zade draait zich om, tilt me naar de ladekast en legt me er bovenop. Hij houdt me nog steeds stevig vast, maar pakt ook zijn telefoon en typt iets in op de webbrowser.
" Ik kom eraan", voegt Atticus vastberaden toe.