Hoofdstuk 19
Ik leunde tegen de bakstenen muur en probeerde mijn grillige hart te kalmeren. Ik had ooit gerild onder de koele nachtbries, maar nu streek die rustgevend over mijn verhitte huid.:
Er was duidelijk iets veranderd bij Alpha Asher. Zijn bezitterigheid stak de kop op. Alpha Asher wilde mij duidelijk helemaal voor zichzelf. Het was niet nodig om een paragnost te zijn om te zien dat Alpha Asher opgewonden raakte van mijn verzet. Zijn opwinding was een van de vele motiverende factoren voor mijn verzet.
Ik had me schuldig moeten voelen. Ik had moeten nadenken over wat mijn toekomstige partner zou denken, wat zijn toekomstige partner zou denken. De koude waarheid was dat het me niets kon schelen. Ik brandde onder Alpha Ashers aanraking, en het verdreef alle gedachten uit mijn hoofd. Natuurlijk, veel mensen bewaarden zichzelf voor hun toekomstige partner. Maar velen deden dat niet.