Hoofdstuk 9
Hij grijnst nog een keer en knikt nog een keer naar me voordat hij zich omdraait en wegrent.
Ik blijf een paar minuten in de schaduw, doe mijn gehoor uit en zorg ervoor dat het een paar minuten helemaal stil is om me heen. En dan, als ik niets hoor in het gras om me heen - zelfs geen enkele krekel -
Ik spring uit het zwembad en trek zo snel als ik kan mijn kleren aan. Echt waar, ik heb me nog nooit zo snel aangekleed. Ik heb geen idee of mijn broek wel goed zit.
Dan pak ik de laatste restjes van mijn badspullen en ren naar de barakken.
Mijn ademhaling is onregelmatig in mijn longen, mijn hart bonkt in mijn borstkas door meer dan alleen inspanning - omdat ik elk moment verwacht dat een hand me bij mijn kraag grijpt, me naar achteren trekt en een verklaring eist -