Hoofdstuk 788
Ik kan het niet helpen om een klein lachje te laten horen en mijn hoofd te schudden. "Waarom vertel je me dit, Elias?" Ik vraag me passief af of het een leugen is. Maar... waarom vertel je me leugens? Het is niet alsof ik naar huis kan gaan en ze kan rapporteren. Gewoon om mijn vertrouwen in hem te vergroten? "Aan wiens kant sta jij?"
"Ik," zegt Elias, terwijl hij rustig zijn koffie terug op tafel zet, "sta aan welke kant dan ook die me hier weghaalt, Ariel. Hoewel ik eigenlijk 'ons' zou moeten zeggen, want ik ga niet weg zonder Pippa of ons kind."
Mijn ogen worden groot van verbazing als Elias naar de deur kijkt.