Hoofdstuk 350
"Vier!"
Ik hoor mijn naam achter me roepen - mijn familie - maar er is geen tijd - en het maakt niet uit of het niet veilig is -
Ik beweeg snel, dankzij mijn wolveninstincten en mijn opleiding op de academie, en ik voel hoe mijn hoektanden steeds langer worden in mijn wreedheid, terwijl ik een grommende stem uit mijn lippen hoor. Want als iemand me nu probeert tegen te houden, scheur ik hem of haar aan flarden.