Hoofdstuk 28
Het scherpe gerinkel van Carolines telefoon trok haar terug naar de realiteit. Toen ze Kirk wegduwde, hijgde ze. "Het is ... mijn telefoon. Het moet Gwen zijn." Toen nam ze snel op. "Hé, Gwen."
"Pff... Je nam op. Ik was doodsbang. Hoe ging het? Heeft die oude klootzak je pijn gedaan?" Caroline durfde Kirk niet aan te kijken. "Nee. Ik ben al weg."
"Dat is goed. Wacht even." Gwen voelde plotseling dat er iets mis was. "Schatje, waarom adem je zo zwaar? Vertel me niet dat die klootzak achter je aan zit? Ik kom nu meteen naar je toe..."