Hoofdstuk 27
Caroline snelde om een handdoek van het bed te pakken en stopte die in Kents mond. Het was tenslotte haar eerste keer in zo'n situatie en ze was al ten einde raad nadat ze tot dit punt was doorgedrongen. Toen ze het kloppen op de deur hoorde, beefde ze als een rietje, en wist ze totaal niet wat ze moest doen.
Een bekende stem klonk van buiten. "Caroline, ik ben het."
Verbijsterd deed Caroline de deur open zonder aarzelen. Toen ze zag dat het Kirk was, voelde ze zich verrast en dankbaar tegelijk. Ze wierp zichzelf in zijn armen. Alle angst en beven die ze voelde, verdwenen in een oogwenk.