Hoofdstuk 21 Onvriendelijk welkom
"Meisje, ben je blind? Zie je niet dat ik meer waard ben dan deze arme loser? Ik zag je net met hem praten en lachen. Je bent misschien jong, maar ik denk dat je verstandig genoeg moet zijn om de juiste keuzes te maken. Als je akkoord gaat met een relatie met mij, kan ik je verwennen met alle goede dingen die je wenst. Kies elk duur restaurant dat je leuk vindt in Rinas. Weet je wat? Ik ben zo rijk dat ik het me kan veroorloven om je overal mee naartoe te nemen. Trek je niks aan van Horace. Hij is een grote leugenaar. Hij doet loze beloftes!"
Ansley's weigering kwetste Kole's ego. Hij kon niet accepteren dat zo'n mooi meisje weigerde zijn vriendin te zijn. Het was nog vervelender dat ze vriendelijk was tegen Horace, maar zo onverschillig tegen hem sprak. Wat hem betreft, zou hij de overhand moeten hebben, aangezien hij rijk was en Horace arm.
"Kole, ben je gek? Als je dit meisje het hof wilt maken, mag je dat doen. Waarom moet je me beledigen om je goed te voelen over jezelf? Om de schijn van een rijke jongen op te houden, blijf je me een arme verliezer noemen. In mijn ogen ben jij degene die een arme verliezer is."