Hoofdstuk 98
“ Oké, de kwestie van jongens terzijde,” zegt Jesse, duidelijk geïrriteerd door de kleine benaming terwijl hij weer naar voren stapt, “serieus, kunnen we je vertrouwen? Dit is… geen klein geheim.”
“ Ik zweer het,” zegt de naaister, haar wenkbrauwen omhoog en haar gezicht oprecht. “Behalve dat ik deze baan absoluut kwijtraak als iemand erachter komt dat ik dit geheim heb gehouden, vind ik het echt cool dat er eindelijk een meisje in de gelederen is. Bovendien,” grijnst ze naar me en haalt verlegen haar schouders op, “vond ik je meteen leuk. En ik zou ook wel een vriendin kunnen gebruiken. Het wordt eenzaam in dit kasteel.”
" Zie je?" zeg ik, terwijl ik mijn armen om haar heen sla en me omdraai om Jesse aan te kijken. "We zijn eenzaam, Jess. Ga je ons vriendschap ontzeggen?"