Hoofdstuk 47
Ik ren erheen en doe het lampje op het nachtkastje aan voordat ik op bed kruip.
“ Bronx, lieverd! Word wakker! Je hebt een nachtmerrie.” Ik pak zijn schouders vast, zijn gezicht is bedekt met zweet. Hij duwt me gemakkelijk weg, vloekend naar degene met wie hij in zijn droom vecht. “Bronx! Word wakker, alsjeblieft!”
Heel plotseling wordt hij doodstil.