Hoofdstuk 33
"Ik denk dat het enige wat ik nog steeds niet begrijp is wanneer je praat over onze levens die nog niet zijn gebeurd. Je bent een godin, dus je blijft reïncarneren. Ik heb gewoon een gewone menselijke geest." Ik probeer te rechtvaardigen wanneer ze is uitgesproken.
" Eigenlijk...ben je niet zomaar een gewone menselijke geest. Net zoals mijn geest verbonden is met Lex, is de jouwe verbonden met Saint. Ik ben alleen langer aan haar gehecht. Jouw geest moest ontstaan voordat hij aan die van Saint gekoppeld kon worden. Kun je geloven dat we al eerder samen zijn geweest? In onze vorige levens. Dat betekent dat Saint en Lex dat ook hebben gedaan." Ze praat opgewonden terwijl ze het eten in lagen op een keramische schaal legt.
Ze kijkt op en ziet dat ik haar ongelovig aankijk. Ik probeer de puntjes van wat ze zegt met elkaar te verbinden. Ik zweer dat ik normaal gesproken niet zo dom ben.