Hoofdstuk 526
Nicholas likte zijn tong in mijn mond. Ik kreunde terwijl ik zijn schouders vasthield, mijn vingers krulden in de strakke, gladde stof van zijn wetsuit.
Hij stapte dichter naar me toe, duwde me tegen de deur. Ik zat prettig gevangen, met het harde hout achter me, en zijn stevige torso langs mijn voorkant, tegen mijn zachtheid aandrukkend.
Hij smaakte naar zout water, maar ik ook. Waarschijnlijk roken we er allebei ook naar. Hoewel het water in mijn haar was opgedroogd, voelde ik me nog steeds alsof ik op een natte kat leek.