Hoofdstuk 461
Ik knipperde met mijn ogen en staarde naar Julian. Met hen op vakantie? Had hij het over de beloning voor het theaterevenement? Dat zou Veronica's aanwezigheid verklaren.
Ik stapte terug en heette ze welkom in de kamer. Toen herinnerde ik ze eraan: "Ik ben niet een van de hooggeplaatste kandidaten."
Julian haalde zijn schouders op. "Wie geeft erom?" Hij had een soort van devil-may-care-achtige blase houding hierover. Een van die, ik ben een prins en kan doen wat ik wil, houdingen.