Hoofdstuk 18
Ik knipperde met mijn ogen, verbijsterd tot stilte. Ik? Een koploper in de competitie?
Nee. Het is duidelijk dat die mensen niet beseften hoezeer Nicholas mij haatte. Zodra de camera's het paleis binnen mochten en ze ons tweeën met elkaar zagen interacteren, zouden ze de waarheid te weten komen.
Nicholas haatte mij.