Hoofdstuk 7
Er vormde zich een frons tussen Arius' wenkbrauwen; zijn kleine hoofdje draaide zich ongelovig om. "Hij was het niet?"
Het kon ook niet de bediende zijn geweest, want hij en Abner werden gisteravond door de oude butler weggesleept. Waardoor er nog maar één persoon thuis was: zijn vader, Adrian. Als hij het niet was, wie anders had dan de dader kunnen zijn?
De butler hoestte zachtjes. "Jonge meester Arius, kom alsjeblieft met me mee."