Hoofdstuk 7
Er vormde zich een frons tussen Arius' wenkbrauwen; zijn kleine hoofdje draaide zich ongelovig om. "Hij was het niet?"
Het kon ook niet de bediende zijn geweest, want hij en Abner werden gisteravond door de oude butler weggesleept. Waardoor er nog maar één persoon thuis was: zijn vader, Adrian. Als hij het niet was, wie anders had dan de dader kunnen zijn?
De butler hoestte zachtjes. "Jonge meester Arius, kom alsjeblieft met me mee."
Arius wierp Adrian een laatste twijfelachtige blik toe en sprong van het bureau. Als een doorgewinterde volwassene ging hij in een stoet achter de butler aan. Zijn korte benen leidden hem naar de controlekamer, waar de butler een beveiligingscamera van de gangactiviteiten van gisteravond tevoorschijn haalde.
Uit de hoek van het scherm kwam Cathy's figuur tevoorschijn, struikelend uit de badkamer met alleen een handdoek om haar lichaam gewikkeld. Ze leek verbijsterd, mogelijk omdat ze te veel had gedronken, terwijl ze doelloos ronddraaide en wankelde. Ze sloeg linksaf en botste tegen een enorme vaas die haar naar rechts en in een decoratief kastje deed stuiteren. De vrouw trok een grimas van de pijn, maar herstelde snel en begon een ijzeren boom ernaast uit te dagen.