Hoofdstuk 33
Bailey's perspectief
We stonden op de parkeerplaats en probeerden te bedenken wie met wie mee zou gaan. Kaleb en Stefan hadden allebei hun auto en Katrina wilde met Stefan meerijden omdat Kaleb te hard rijdt naar haar zin.
Ik wist daarentegen dat als ik met Kaleb en Mira zou rijden, het ongemakkelijk zou worden. Het zou niet het gebruikelijke gekibbel zijn dat we doen, maar ik zou in plaats daarvan stil zijn. Dat was echt niet de gewoonte van mij en Kaleb rond Mira. We kibbelden als een kat en een hond.
"Ga je mee, Bailey?" vroeg Stefan terwijl hij me met een brede grijns op zijn gezicht wenkte.
Ik keek nerveus naar Kaleb die me over de motorkap van zijn auto aanstaarde. "Ze rijdt met me mee. Stap in." Zijn toon liet geen ruimte voor discussie.