Hoofdstuk 29
Bailey's perspectief
"Kom op jongens," blies de coach op zijn fluitje, de aderen in zijn nek klopten. Hij hief een arm op om over zijn glinsterende, bezwete voorhoofd te slingeren. "Doe niet zo'n mietje, nog één rondje."
Een van de jongens in het team zeurde en riep om een pauze. Ik zweer dat de coach op het punt stond een ader te laten knappen toen hij nee riep naar de arme jongen die op het punt stond flauw te vallen.