Hoofdstuk 11
Bailey beet op haar dikke onderlip om de zucht van een kreun die uit haar keel omhoogkwam te onderdrukken.
Kalebs vingers voelden ongelooflijk goed aan haar. Ze brandden letterlijk door haar huid en lokten een golf van vuur in haar aderen.
Bailey begreep niet wat er met haar lichaam, hart en geest aan de hand was. Ze waren in oorlog. "Kaleb," zuchtte ze, haar vingers trilden terwijl haar dijen vanzelf uit elkaar gingen.