Hoofdstuk 47
Bailey's perspectief
Ik haal snel adem terwijl Kaleb me langzaam kust. Het was teder en er was iets heel anders aan deze. Het voelde als een stil gesprek tussen ons tweeën. Een gesprek waarin we allebei overeenkomen om elkaars eigendom te zijn.
Het voelde alsof we in onze eigen kleine bubbel zaten. Alleen hij en ik. Wij. Alleen wij tweeën. Niemand anders, alleen wij.