Hoofdstuk 14
We staan daar nadien. Ik was van de ene voet op de andere aan het bewegen en voelde me heel ongemakkelijk. Hij staart naar me, zijn blauwe ogen onderzoeken mijn ziel. Ik verplaats mijn blik om zijn indringende blik te vermijden.
"Ethan," roept iemand. Ik draai me om en zie een andere agent naar hem wijzen.
"Komt eraan" roept Ethan voordat hij zich naar mij omdraait. "Ik ben blij je te zien, mooi, ik zie je nog wel eens, ja?"