Hoofdstuk 436
De volgende ochtend werd ik vroeg wakker van het geluid van hard en aanhoudend geklop op mijn deur. Het was zo vroeg, Charlotte was nog niet eens gearriveerd en de gordijnen waren nog dicht voor de ramen.
De bewakers spraken met de ochtendbezoekster, die bijna gilde in haar antwoord. Het was Bridget. Ze klonk overstuur.
Ik controleerde Elva, ze sliep nog steeds. Toen rolde ik uit bed. Ik trok een zijden kamerjas aan en rende naar de deur.