Hoofdstuk 28
Kade
Het was niet onze bedoeling om Aurora in het bos te vinden, maar toen we haar eenmaal hadden geroken, konden we bijna niet meer stoppen.
Alec en ik keken elkaar aan, onze wolven inhaleerden de romige geur van hun partner. Ze zat alleen, met haar rug tegen een grote boom. Het zonlicht scheen door de bomen en viel op haar perfecte plek. Haar chocoladekleurige haar gloeide in het zonlicht, het leek net vers gesponnen zijde. De zon verlichtte haar unieke ogen, waardoor ze straalden van kleur.