Hoofdstuk 15 Colton ontdekt
De koude wind blies zware regendruppels naar me toe. De paraplu bedekte me nauwelijks. Mijn kleren werden nat voordat ik ver was. Ik begon te rillen omdat mijn benen en handen zo koud werden. Als ik geluk had, ontmoette ik misschien een vriendelijke chauffeur die me een lift wilde geven.
Ik had echter veel pech. Er kwam geen voertuig voorbij deze weg, zelfs niet nadat ik lang had gelopen. Ik had een lichte pijn in mijn buik. Mijn benen waren zwak en ik raakte buiten adem. Opeens nam de pijn in mijn onderbuik toe. Het was alsof er een naald in werd geprikt.
"Ah!" gilde ik, terwijl ik mijn buik vasthield terwijl ik abrupt stopte. Mijn benen werden wiebelig. Ik hurkte midden op de weg. Het regende nu harder dan ooit tevoren. Ik zocht naar mijn telefoon in mijn zak, maar hij was er niet. Ik moet hem in de auto hebben laten liggen.