Hoofdstuk 26
Ik zou eigenlijk naar boven moeten, maar ik moest dringend naar het toilet. Anthony en een man genaamd Isaac waren mijn toegewezen bewakers voor de dag. Ze brachten me naar een openbaar toilet op de eerste verdieping. Toen ik het toilet binnenliep, volgde Anthony me.
"Oh nee, maatje," waarschuwde ik hem, "je kunt gewoon buiten wachten. Ik ben zo klaar."
"De Alfa heeft ons gezegd dat we je geen moment alleen mogen laten," vertelde hij mij terwijl hij zijn wenkbrauwen fronste.