Hoofdstuk 151 151
Sophia drukte haar hand tegen zijn borst, hem lichtjes duwend. Ze keek hem aan en zei,
"Ga nu je kleren omkleden en je opfrissen. Ik heb honger."
Hij gaf haar een sluwe glimlach. "Hongerig naar wat?"
Ze draaide haar hoofd van hem af. "Makker, ik heb honger. Ik wil nu eten. Ga, ga."
Ze stond op en keek hem snel aan. Met een zucht stond hij op. "Zoals je wilt, baby girl."