Hoofdstuk 27 27
"Luna?", spotte ik toen ik Sara hoorde.
Ze waren nog niet bekomen van hun shocktoestand. Ze konden niet geloven dat ze met de maat van hun hoofd Alpha zaten.
Het was een zegen vanuit het perspectief van de buitenwereld. Voor mij was het echter een nachtmerrie.
Door deze maatjesband moest ik veel vernedering doorstaan. Mijn broer was gevaarlijk dicht bij het verliezen van zijn baan. Ik moest zo leven.
"Sophia, vertel je ons de waarheid? Ben jij zijn maatje? Weet je hoe groot het is? Oh mijn god! Ik kan moeilijk geloven dat hij zijn verloving met zijn vriendin heeft verbroken vanwege jou!" zei Sara terwijl ze haar hoofd schudde.