Hoofdstuk 24 24
Ik keek hem met grote ogen aan. Ik kon mijn oren niet geloven.
Waarom zei hij dat? Bedoelde hij dat ik ooit geld van zijn broer heb aangenomen?
Ik voelde me echt gekwetst toen ik dacht dat hij zo over mij dacht.
"Ik denk dat je mij verkeerd begrijpt," zei ik terwijl ik hem aankeek.
Terwijl hij daar zat als een koning, keek hij mij met samengeknepen ogen aan.