Hoofdstuk 14
Het busje arriveerde bij een oud kasteelachtig landgoed, en we werden naar binnen geleid door de klootzak die mij een klap gaf.
We volgden stilletjes. Met Linda's manier van lopen wist ik dat ze snel zou flauwvallen. Ik hoopte dat ze ons naar onze cellen zouden brengen zodat ze kon rusten.
Het kasteel was koud, oud en donker, maar het had de smaak van weelde. Het was als een prachtig antiek dat goed onderhouden was. Ik wist dat de Dark Alpha uit oud geld kwam, maar toen ik dit kasteel zag, had ik hulp nodig om te raden hoe oud.