Hoofdstuk 34
WONDER-POV
"Je zegt dat ik niet...Lieflijk ben? Ben ik dan zo slecht?" Ik stap naar voren, mijn ogen gericht op de zijne terwijl ik probeer de tranen terug te dringen.
Ik haat dit meer dan ik wil toegeven. Ik wil niet dat hij met me paart, ik wil niet dat hij me vermoordt, ik wil niet dat hij me haat, ik wil niet gedwongen worden om me zo te voelen... Maar ik ben machteloos als het aankomt op de partnerband en het partnerteken op mijn nek.