Hoofdstuk 17
WONDER-POV
"Val mij aan." Hij geeft me de kans en ik rol met mijn ogen.
Wanneer hij het het minst verwacht, schiet ik naar voren en steek mijn vuist in de lucht om hem in zijn gezicht te slaan, maar hij pakt mijn hand vast zonder ook maar zijn lichaam te bewegen.
Hij draait mijn hand en ik spring rond. "Auw. Owwwwwww...."
Eén. Het doet verschrikkelijk pijn als iemand je arm omdraait.