Hoofdstuk 6
CAÏNS STANDPUNT
Ik keer terug naar mijn menselijke vorm en observeer haar.
Ze ligt nu voor me...
Bewusteloos. Naakt. Kwetsbaar. Weerloos. Gewond. Koud.
Kan het mij wat schelen? Nee, dat kan me niks schelen.
CAÏNS STANDPUNT
Ik keer terug naar mijn menselijke vorm en observeer haar.
Ze ligt nu voor me...
Bewusteloos. Naakt. Kwetsbaar. Weerloos. Gewond. Koud.
Kan het mij wat schelen? Nee, dat kan me niks schelen.