Hoofdstuk 106
WONDER-POV
Ik draai mijn hoofd om en richt mijn blik weer op Cain, die nu naar me kijkt met een vreemde emotie in zijn ogen. Als ik hem vijf seconden observeer, kan ik gemakkelijk zien dat hij me met zijn ogen wil vermoorden. Ik huiver, wil wegkijken, maar kan dat tegelijkertijd niet.
Hij is vreselijk boos op mij.